Wat is osteopathie?
Een osteopaat gaat op zoek naar bewegingsbeperkingen in het menselijk lichaam. Want in de osteopathie wordt gesteld dat bewegingsbeperkingen in het lichaam functiestoornissen geven en bijgevolg klachten kunnen veroorzaken. Het begrip bewegingsbeperking kan heel ruim opgevat worden. Zo kunnen bewegingsbeperkingen voorkomen in het bewegingsstelsel (vb. een blokkade van een gewricht), maar ook in het organenstelsel (vb. een verkleving van de dikke darm) of in en rond het centraal zenuwstelsel (vb. in de schedel door een geboortetrauma). In alle gevallen zal er een functieverlies optreden, waardoor er klachten kunnen ontstaan.
Een osteopaat werkt volgens de holistische visie en kijkt naar het hele lichaam van de patiënt om op die manier alle mogelijke invloeden op de klacht te ontdekken. De osteopaat gaat hierbij op zoek naar de oorzaak van de klacht.
Zo kunnen rugklachten het gevolg zijn van een lokale blokkade van een wervel, maar ook van een foutieve positie van de voet of van een verkleving in de buik.
Welke klachten worden frequent behandeld door een osteopaat?
De osteopaat behandelt functionele klachten zoals
- rugpijn
- hoofdpijn/migraine
- slechte darmwerking
- posttraumatische aandoeningen (whiplash,..)
- huilbaby's
- terugkerende (sport)blessures
- burnoutklachten
- zwangerschapsklachten
Baby's en kinderen
Ook hier gaat de osteopaat in eerste instantie op zoek naar bewegingsbeperkingen, die een invloed kunnen hebben op het functioneren en op de ontwikkeling van het kind. Bij baby’s is dit vaak toe te schrijven aan een geboortetrauma of intra-uteriene (in de baarmoeder) posities. Bij pasgeborenen is de schedel nog een bijzonder beweeglijke structuur die uit verschillende botstukken bestaat. Tijdens de geboorte wordt er een grote druk uitgeoefend op deze botten en kunnen er bewegingsproblemen ontstaan tussen deze botstukken onderling. Een goede beweeglijkheid van de schedel is uitermate belangrijk voor het verder groeien en ontwikkelen van de hersenen en de zenuwen die van en naar de hersenen lopen.
Heel vaak zien wij dat (voornamelijk na heel snelle of langdurige bevallingen) een onevenwicht ontstaat in de schedelstructuur.
Het is dan ook niet toevallig dat de problematiek die we bij baby’s en jonge kinderen in de praktijk zien heel vaak neurologisch (door het zenuwstelsel) wordt gestuurd. Wanneer de osteopaat de beweeglijkheid in de schedel (met zachte technieken) herstelt, zien we heel vaak een vermindering van bovengenoemde symptomen.
Niet alleen in de schedel, maar ook op andere plaatsen in het lichaam kunnen kinderen bewegingsbeperkingen hebben die hun verdere ontwikkeling kunnen beïnvloeden.
De leeftijd waarop een kind behandeld wordt speelt een belangrijke rol in het slagen en in de frequentie van de behandeling. Hoe jonger het kind in de praktijk komt, hoe minder het doorgaans moet behandeld worden en hoe sneller we resultaat hebben. Baby’s van amper enkele dagen oud zijn bijgevolg geen uitzondering in de praktijk. Meer nog, hoe eerder het kind behandeld wordt, hoe sneller het positieve effect op zijn of haar verdere ontwikkeling en hoe minder kans het loopt om verdere ontwikkelingsproblemen te vormen.
Zwangerschap